Tijdens de straatwerken in Rumst centrum stootte de aannemer al enkele keren op mogelijke archeologische sporen. De vondsten worden dan gemeld en een archeoloog van het agentschap Onroerend erfgoed komt ter plekke.
Soms worden beperkte archeologische sporen gevonden, maar men deed ook al een uitzonderlijke vondst: een goed bewaarde waterput en muurresten van het kasteel van Rumst. Deze vondsten werpen een nieuw licht op de rijke geschiedenis van het dorp.
De werken onthulden muurresten die deel uitmaakten van een kasteel dat vermoedelijk bewoond werd van de 13de tot de 15de eeuw en daarna tot ruïne verviel. In 2019, bij de bouw van enkele appartementen, werden er al resten gevonden van de toren van hetzelfde kasteel.
Er werd ook een waterput gevonden. De put, met een diameter van 1,70 meter en een diepte van ongeveer 5 meter, is gemaakt uit witte kalkzandsteen en is zeer mooi bewaard gebleven. De put dateert uit de late middeleeuwen en was in gebruik tot het einde van de 19de eeuw. Daarna werd er een straat over gebouwd en werd de put vergeten. Tot nu dus.
Historische waarde
De waterput is een unieke ontdekking, want ze geeft ons een zicht op de functie van Rumst in de middeleeuwen. Ze toont aan dat het dorp een intensief marktverleden heeft gekend en dat de markt van Rumst toen al heel wat aanzien genoot. Er zijn bewijzen dat de jaarmarkt van Rumst al 1000 jaar gehouden wordt. De put geeft ons een completer beeld van hoe de mensen hier in de middeleeuwen leefden.
Rumst door de eeuwen heen
Deze vondsten zijn slechts een deel van het rijke verleden dat in de bodem van Rumst te vinden is. Zo werden er eerder al twee grafheuvels op de site Sleutelhof ontdekt, die dateren uit de bronstijd (2000-800 v.Chr.). Ook werden er restanten uit de ijzertijd (800-50 v.Chr.) uit de grond gehaald en heel wat vondsten uit de Romeinse tijd.
De gemeente Rumst en de betrokken archeologen bekijken de mogelijkheden om de muurresten en de waterput ‘in situ’ te bewaren, in de bodem dus, wat de beste garantie op een goede bewaring geeft.
Door de constructieve samenwerking tussen de gemeente, archeologen en aannemer liepen de straatwerken geen vertraging op.
