John (Jan Baptist) Vingerhoets was de zoon van Petrus Antoon Vingerhoets en Joanna Geysemans en werd geboren in Rumst in 1923. Van beroep was hij steenbewerker. Hij weigerde principieel om in Duitsland te gaan werken, ook al was dit verplicht en was weigering strafbaar door de Duitse bezetter. Zijn laatste bekende adres was in de Veerstraat (waar nu nummer 66 is).
John werd samen met zijn kameraad Denis Mertens opgepakt door de Gestapo in een café in de Steenberghoekstraat. Hij trachtte nog tevergeefs langs achter weg te vluchten, maar werd als werkweigeraar door de Gestapo gevat. Na een korte gevangenschap in de gevangenis van Etterbeek, waar veel verzetslieden en werkweigeraars werden opgesloten, werd hij gedeporteerd naar Duitsland.
Hij werd naar het beruchte kamp Kahla Eichenberg gebracht, waar hij zware dwangarbeid moest verrichten in onmenselijke omstandigheden. Ze moesten er ondergrondse vliegtuigfabrieken aanleggen voor het bouwen van nieuwe straalvliegtuigen en ontbossen om startbanen aan te leggen. Er werden vijftienduizend dwangarbeiders te werk gesteld, waarvan er zesduizend stierven door ontbering, ondervoeding, besmettelijke ziekten en ongevallen.
John Vingerhoets overleed op 27 maart 1945 als dwangarbeider in het Kamp Weimar Kahla Thuringen op de Eichenberg in Duitsland, amper twee dagen voor het kamp bevrijd werd.
In juni 1945 had er voor hem een plechtige herdenkingsdienst plaats in de Sint-Pieterskerk in Rumst.