Bomen werken voor ons

Bomen zorgen voor beschutting en verkoeling, zuiveren de lucht en dragen bij tot een aangename verblijfplaats. Bij het planten van bomen op het openbaar domein, zorgen we ervoor dat ze geen overlast geven, geen drastische snoei nodig hebben en er decennia later nog zullen staan.

Tip 

Het belangrijkste criterium bij de keuze van een boom is de beschikbare bovengrondse en ondergrondse ruimte op de plantplaats. Plantencentra en vakmensen kunnen je helpen bij de keuze van de juiste boomsoort. Daarbij houden ze rekening met de maximale hoogte en breedte, zon of schaduw, zand-, leem- of kleibodem en eventuele uiterlijke kenmerken.
Respecteer bij het planten de afstand tot de perceelgrens. Wettelijk ligt die op minstens 2 meter, maar hou voldoende rekening met je buren zodat de boom op die plaats oud kan worden en snoei van hinderlijke takken vermeden kan worden. Een boom vraagt geen enkele snoei om gezond te blijven, dorre takken binnenin de kroon zijn een natuurlijke reactie op de groei van de kroon.

Nabij de boom verwijder je wel best concurrenten zoals gazon en struiken hoger dan 50 centimeter en breng je een mulchlaag aan van 5 à 15 centimeter dik. Afgevallen bladeren blijven ook best liggen in deze zone, de zogenaamde kroonprojectie. Door de  klimaatverandering is onze ondergrond droger geworden, waardoor we verschuiven naar meer mediterrane boomsoorten. Gewone es, veldesdoorn en jeneverbes zijn inheemse boomsoorten die de droogte nog steeds goed verdragen.

Naar top